Wie zijn wij?

Wie zijn wij?

Van jongs af aan ben ik opgegroeid tussen de dieren op de boerderij van mijn grootouders. Zelf hadden wij thuis altijd al geiten en konijnen. Sinds 2000 beschik ik over een stuk weiland waar ik grootse plannen mee had. Echter de MKZ van 2001 haalde een dikte streep hier doorheen. Na de MKZ was het nagenoeg onmogelijk om verschillende diersoorten bij elkaar te houden. Naast de geiten kon ik wel schapen houden in de categorie “kleine herkauwers”, maar ik had letterlijk niets met schapen. De enige schapen die ik kende waren boeren Texelaars in mijn omgeving, die de helft van de tijd op de knieën lagen van de rotkreupel. In 2002 was ik via internet op zoek naar een nieuwe bok en kwam ik een foto tegen van een zwart schaap met witte wol. Echt een maf gezicht; een zwaar bewolde kop waar alleen twee oortje horizontaal uitsteken en een zwart snuitje. Niet wetende dat het hier om de Hampshire Down ging, was ik toch op slag verkocht. Geen idee waar ik moest beginnen of waarop ik moest letten. Daarom heb ik contact gezocht met de rasvereniging. Bewapend met allerhande tips ben ik afgereisd naar de Ooij-polder waar moeder en dochter Hampshire Down te koop stonden; Flame en Morose. De rest laat zich makkelijk raden... Eenmaal thuis werd mij pas echt duidelijk hoe groot hun formaat en eetlust waren ten opzichte van mijn dwerggeiten. Dat eerste jaar denk ik dat ik wel de meeste valkuilen heb gezien. Dat schapen geen geiten zijn en omgekeerd. Eén ding hebben ze wel gemeen: van beide leer je lelijke woorden zeggen. Ondanks alle vallen en opstaan heb ik geen dag spijt gehad van mijn nieuwe hobby, ondanks dat ik na inmiddels 9 jaar fokkerij nog alle dagen leer!

In 2006 kwam er versterking uit onverwachte hoek. Richard, mijn achterneefje, was net 6 jaar toen hij tegen zijn opa vertelde dat hij boer wilde worden. Volgens zijn opa moest een boer wel dieren hebben, want zei opa jullie hebben land en als je land hebt moet je ook dieren hebben!. Op de vraag wat voor dieren hij wilde hebben, was het antwoord volmondig: ”Net zulke schapen als ome Harry..!” Ik had een paar jaarlingen in een weitje lopen tegenover hun huis, die al trouw door hem dagelijks verzorgd werden. Toen moest vader Reinard er ook aan geloven, want als 6 jarige krijg je van het ministerie geen UBN. Vervolgens kwam de zoektocht naar een geschikte ooi. Al snel dienden zich 3 oudere ooien aan van een lid die gestopt was met actief fokken en voor de dieren een goed tehuis zocht, want naar de slager was onbespreekbaar. Vanaf dag één was Richard verknocht aan de grootste en meest kolossale ooi die hij Diewertje noemde. Alle drie de ooien bleken ARQ/ARR te zijn waardoor ik ze zelf niet kon houden, omdat ik juist bezig was om mijn scrapie vrije status te behalen. Nu diende zich het belangrijkste voordeel aan van een tweede UBN. Door alle Q/R dieren over te schrijven op Reinard z’n UBN, kon ik versneld mijn vrije status krijgen zonder afstand te doen van waardevolle dieren. Ook de GD is heel blij met ons, want ieder jaar wordt een gedeelte van de dieren getest op zwoeger.

Sindsdien is De Trippenmaeker letterlijk een “maatschap” van 3 fokkers, met soms verschillende inzichten, maar zeer zeker hetzelfde doel; het plezier delen met anderen en de promotie van dit unieke schapenras! Nu hebben we het geluk dat Reinard het technische deel voor zijn rekening neemt en Harry de administratie en Richard kan lezen en schrijven met de dieren en houd alles in de gaten.Tot slot kom ik terug op mijn openingszin. Toen ik met de schapen begon leek mij een fokgroep van 5 ooien en een eigen ram wel een mooi uitgangspunt. Inderdaad uitgangspunt, want dit voorjaar stond de teller stil op totaal 73 dieren! Via onze site willen wij u deelgenoot maken van onze schitterende dieren en uit de hand gelopen hobby. Uiteraard bent u van harte uitgenodigd om de dieren (of ons) in levende lijve te komen bewonderen.